Bericht

✨Haagse Voedsel Held - April✨

Geplaatst op 3 april 2025, 11:34 uur
Illustration

Elke maand gaan we aan tafel met een Haagse Voedsel Held. We zetten iemand in het zonnetje die in onze stad een mooi initiatief heeft of zich op een of andere manier inzet voor de nodige voedsel transitie. Deze maand is dat Stefan Baecke de oprichter van Yespers.

Wie ben je en wat doe je op het gebied van voedsel in Den Haag?


Ik ben Stefan Baecke, oprichter van Yespers, een duurzame en sociale voedselonderneming in Den Haag. Voeding en landbouw zitten al van jongs af aan in mijn achtergrond – ik ben opgegroeid op een boerderij in Zeeland en zag daar hoe hard boeren werken en tegelijkertijd hoe oneerlijk het voedselsysteem kan zijn. Later ben ik in de financiële sector terechtgekomen en heb ik een investeringsfonds geleid dat zich richtte op voeding en duurzaamheid. Tijdens de financiële crisis begon het echter te knagen: ik haalde wel financieel rendement, maar ik miste echte maatschappelijke impact. Uiteindelijk heb ik besloten terug te keren naar mijn passie voor voedsel en in 2014 Yespers opgericht. Sindsdien werk ik in Den Haag aan het verbeteren van de voedselketen door heerlijke ontbijtproducten te maken – zoals smeerbare fruitspreads, granola en notenpasta – op een manier die goed is voor boeren, consumenten én de planeet. Kortom, ik ben een sociaal ondernemer in de voedselwereld die met Yespers laat zien dat het anders en beter kan.

Yespers heeft een missie om de voedselketen te veranderen, waar hou jij je mee bezig in de organisatie om dit te realiseren?


Binnen Yespers richt ik me erop om onze missie elke dag waar te maken in de praktijk. Concreet ben ik verantwoordelijk voor de strategie en het opzetten van initiatieven die de keten duurzamer en eerlijker maken. Een groot deel van mijn werk draait om ketensamenwerking: ik werk nauw samen met allerlei partners – van fruittelers tot verwerkers en klanten – zodat we samen verspilling tegengaan en waarde eerlijk verdelen. Bijvoorbeeld laten we de bananen voor onze spreads al ter plaatse pureren in Ecuador, zodat overrijpe bananen daar een bestemming en opbrengst krijgen in plaats van op de afvalhoop te belanden. In West-Afrika werken we met een lokale cashew-verwerkers, zodat de cashewnoten in het land van herkomst worden verwerkt (in plaats van in Azië), waardoor boeren daar meer inkomsten krijgen en we lokaal waarde toevoegen én werkgelegenheid creëren.  Zulke samenwerkingen opzetten en onderhouden is een belangrijk deel van mijn rol.

Daarnaast ben ik binnen de organisatie voortdurend bezig met innovatie. We kijken bij elk ingrediënt en product hoe het anders kan: korter, transparanter, met minder waste. Een voorbeeld is hoe we omgaan met appels. Onlangs hebben we in Den Haag een kleine “total use” productielijn opgezet voor appels, waarbij we elke deel van de appel benutten (daarover straks meer). Dergelijke projecten begeleiden – van het bedenken van het concept tot het daadwerkelijk bouwen van de productielijn – behoort tot mijn werkzaamheden, zodat onze missie niet bij mooie woorden blijft maar zich vertaalt in concrete daden en producten.

Tot slot houd ik me ook bezig met het sociale aspect binnen Yespers. Onze missie gaat niet alleen over het product, maar ook over mensen. Ik vind het belangrijk dat ons team een afspiegeling is van de maatschappij en onze waarden. Daarom betrekken we bij Yespers bewust mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en bieden we ruimte aan stagiaires om ervaring op te doen. We hebben in onze productieploeg bijvoorbeeld medewerkers die elders moeilijk aan werk kwamen, maar bij ons helemaal opbloeien. Het is mijn taak en passie om zo’n omgeving te creëren. Op die manier bouwen we niet alleen aan een duurzame keten, maar ook aan een bedrijfscultuur waarin iedereen kan meedoen en zich gewaardeerd voelt. Ik ben de aanjager, maar we hebben inmiddels een mooi team natuurlijk!

Hoe zorgen jullie ervoor dat duurzaamheid en commercieel succes hand in hand gaan – en wat zijn de grootste obstakels hierin?


Bij Yespers hebben we er vanaf het begin bewust voor gezorgd dat duurzaamheid onderdeel is van ons verdienmodel. We proberen impact te maken op een manier die ook zakelijk rendabel is. Neem als voorbeeld het tegengaan van verspilling: doordat we alle delen van een grondstof gebruiken, creëren we extra producten – en dus extra waarde – uit hetzelfde ingrediënt. Een mooi voorbeeld is onze aanpak met appels, waar we uit één stroom meerdere verkoopbare producten halen. Dat is goed voor het milieu (minder afval) én goed voor de omzet. Ook door de keten te verkorten en rechtstreeks samen te werken met producenten, besparen we kosten die normaal in tussenlagen zouden zitten. Die besparing kunnen we deels teruggeven aan de boeren in de vorm van een betere prijs én deels gebruiken om onze bedrijfsvoering gezond te houden. Zo wordt een eerlijke, korte keten win-win: de boer verdient meer, wij kunnen concurrerend produceren, en de consument krijgt een kwalitatief product voor een redelijke prijs. We merken bovendien dat een duurzaam en eerlijk verhaal steeds meer een krachtig verkoopargument is. Consumenten en afnemers kiezen juist voor ons omdat we deze waarden hooghouden, wat weer bijdraagt aan ons commercieel succes.

Natuurlijk komen we ook veel obstakels tegen als we duurzaamheid en commercie willen verenigen. Een van de grootste uitdagingen is dat het bestaande voedselsysteem nog sterk gericht is op de laagste prijs en korte termijn. Wij investeren vaak juist extra in dingen zoals lokale verwerking of hoogwaardige ingrediënten met een keurige herkomst, en dat vraagt in het begin meer tijd en geld. Het is soms pionieren tegen de stroom in: we moeten partners overtuigen om mee te doen aan iets nieuws en geduld hebben tot sommige duurzame keuzes zich terugbetalen. Zo hebben we bijvoorbeeld geïnvesteerd in een eigen productielijn (zoals de appelfabriek), iets wat traditionele producenten niet snel doen. Dat brengt financiële risico’s en leercurves met zich mee die we moeten overwinnen.

Ook de “regels van het spel” vormen weleens een hindernis. Het economische systeem waardeert duurzame pioniers nog niet altijd; soms krijgen we eerder tegenwerking dan een beloning. Denk aan extra administratieve lasten of subsidies die niet aansluiten. We hebben bijvoorbeeld gemerkt dat wanneer je mensen uit de bijstand of met een beperking in dienst neemt (wat wij graag doen), je te maken krijgt met ingewikkelde regelingen en risico’s. Eén keer waren we te laat met een ziekmelding indienen en kregen we prompt een boete – op zo’n moment voelt het even alsof je dubbel gestraft wordt terwijl je juist goed wilt doen. Zulke dingen zijn frustrerend en vormen obstakels waar je als impact-gedreven ondernemer mee moet omgaan.

Daarnaast blijft prijsstelling een continue evenwichtsoefening. We willen onze producten betaalbaar houden en een breed publiek bereiken, maar we doen geen concessies aan eerlijke beloning en kwaliteit. Duurzame ingrediënten en processen zijn soms duurder, dus moeten we creatief zijn om efficiënt te werken en duidelijk te maken waarom ons product elke cent waard is. We proberen consumenten uit te leggen dat de echte prijs van goedkoop voedsel vaak ergens anders betaald wordt (door de boer of het milieu. Gelukkig zien we dat de omgeving heel langzaam verandert: steeds meer consumenten en bedrijven beseffen dat duurzaamheid de enige weg vooruit is. Die groeiende bewustwording – én nieuwe regelgeving die op komst is om duurzaamheid te stimuleren – helpen om de obstakels stap voor stap kleiner te maken. Het blijft hard werken, maar we bewijzen dat people, planet en profit te combineren zijn.

Hoe betrekken jullie consumenten bij jullie missie?


We betrekken consumenten actief bij onze missie, omdat we geloven dat we samen met de consument de verandering moeten dragen. Allereerst zetten we sterk in op transparantie en educatie. We vertellen het verhaal achter onze producten waar we maar kunnen. Op onze verpakkingen, website en social media laten we zien waar onze ingrediënten vandaan komen, wie er aan heeft gewerkt en hoe we verspilling voorkomen. We willen dat iemand die een potje Yespers spread koopt, begrijpt dat hij of zij daarmee bijvoorbeeld bijdraagt aan minder voedselverspilling of aan een eerlijk loon voor een boer. Door die informatie te delen, maken we van consumenten bewuste mede-veranderaars in plaats van passieve eindgebruikers. We merken dat veel mensen dat verhaal waarderen; het geeft meer betekenis aan hun aankoop.

Daarnaast zoeken we direct contact en interactie met onze klanten. We staan regelmatig op beurzen of evenementen, waar we onze producten laten proeven en in gesprek gaan met het publiek. Dat directe contact is goud waard – we horen wat er leeft bij consumenten, krijgen feedback en kunnen onze passie overbrengen. Via social media houden we ook de dialoog gaande: we delen updates, geven een kijkje achter de schermen en moedigen mensen aan om vragen te stellen of ideeën te delen. Sommige nieuwe producten of verbeteringen zijn zelfs tot stand gekomen dankzij suggesties van gebruikers. Die wisselwerking zorgt ervoor dat consumenten zich meer verbonden voelen met Yespers en echt betrokken raken bij wat we doen.

Ook betrekken we de lokale community in onze missie. We zijn onderdeel van netwerken in Den Haag rond duurzame voeding (zoals initiatieven van Ons Eten Den Haag zelf en andere stadsprojecten). Daarnaast organiseren we op kleine schaal rondleidingen bij onze productieplek. Mensen uit de buurt, geïnteresseerde klanten of partners kunnen dan met eigen ogen zien hoe onze productieketen eruitziet – van het snijden van appels tot het vullen van de potjes. Door hen letterlijk binnen te laten kijken, maken we onze missie tastbaar.

Kortom, we doen ons best om consumenten niet alleen iets te verkopen, maar om hen mee te nemen in een verhaal. We willen dat onze klanten zich geen anonieme koper voelen, maar een mede-ambassadeur van de voedseltransitie. Als zij enthousiast worden en ons verhaal weer doorvertellen in hun kring, dan verspreidt onze missie zich als een olievlek. Die betrokkenheid van consumenten is voor ons ontzettend waardevol – zonder hun bewuste keuze voor duurzame producten zou onze impact immers beperkt blijven. Samen sta je sterker, en dat merken we elke keer als we consumenten echt weten te raken met onze missie.

Kun je een voorbeeld geven van een product of project waar je bijzonder trots op bent?


Een project waar ik persoonlijk heel trots op ben, is onze nieuwe appelfabriek – een kleine productielijn in Den Haag waar we appels van kop tot kont verwerken. We hebben onlangs deze faciliteit opgezet om te demonstreren dat je één ingrediënt volledig kunt benutten zonder restafval. Het proces is vrij uniek: we persen appels tot sap en wat niet als sap wordt gebruikt, koken we in tot stroop of verwerken we tot appelmoes. De overgebleven pulp drogen we tot een vezelrijk appelmeel dat we bijvoorbeeld in onze granola en overnight oats gebruiken. Uit de klokhuizen halen we ook alles van waarde – de appelpitjes persen we tot olie en zelfs de steeltjes gebruiken we voor het trekken van appelthee. Met andere woorden, letterlijk elk deel van de appel krijgt een bestemming als voedselproduct.

Dit project is bijzonder voor mij omdat het onze missie in één klap zichtbaar maakt. In plaats van te praten over een circulaire voedselketen, laten we het hier gewoon zien in praktijk. Bovendien heeft deze appelfabriek een mooie sociale component: bij het verwerken van de appels (schillen, snijden, sorteren) creëren we werkgelegenheid voor mensen die extra steun op de arbeidsmarkt kunnen gebruiken. Waar in een reguliere fabriek deze ‘handmatige’ stappen misschien volledig zouden worden geautomatiseerd, kiezen wij ervoor om juist ook werkplekken te scheppen voor wie moeilijk aan werk komt. Zo snijdt het mes aan twee kanten: we redden voedsel van verspilling én helpen mensen vooruit.

Toen ik eerder dit jaar de eerste producten uit deze appel-lijn zag komen, was ik enorm trots. Het voelde als een bekroning op jaren van dromen en doen: van idee, naar experiment, naar een werkende mini-fabriek. Voor mij bewijst het dat je ook als relatief kleine speler een grote impact kunt hebben als je durft te innoveren. Ons team heeft dit samen voor elkaar gekregen en dat maakt me blij en dankbaar. En het mooie is: de producten die eruit komen zijn nog heerlijk ook! Ik denk dat iedereen bij Yespers dit project als een hoogtepunt ziet, omdat het toont dat de voedselketen écht anders kan – en dat wij daar als Haagse onderneming een voorloper in zijn.

Welke trends in duurzame voeding en voedselketen inspireren jou op dit moment?


Wat mij op dit moment erg inspireert, is de duidelijke beweging richting circulariteit in de voedselwereld. Steeds meer bedrijven en initiatieven zoeken creatief naar manieren om te werken aan systeemverandering. Waar vroeger pulp of bijproducten als afval werden gezien, zie je nu dat ondernemers er nieuwe voeding van maken – van brouwers die bierbostel verwerken tot repen, tot producenten die van groenteschillen bouillon maken. Die “no waste” mentaliteit, waar wij zelf ook fanatiek mee bezig zijn, begint breder door te dringen. Dat geeft mij hoop, want het betekent dat circulariteit langzaam het nieuwe normaal kan worden. En laten we eerlijk zijn, weggooien is gewoon heel erg zonde van alle liefde en energie die in het product is gegaan!

Daarnaast ben ik geïnspireerd door de groeiende aandacht voor transparantie en de ‘echte prijs’ van voedsel. Zowel consumenten als bedrijven willen steeds vaker weten wat de impact is van een product van boer tot bord. Concepten als True Pricing (het doorrekenen van de werkelijke sociale en ecologische kosten) winnen aan terrein. Nieuwe Europese regels dwingen bedrijven om beter te rapporteren over hun duurzame prestaties. Ik vind dat een positieve trend: het zorgt ervoor dat we als sector eerlijker gaan kijken naar onze voetafdruk en verantwoordelijkheid nemen. Bij Yespers hebben we bijvoorbeeld onze eigen appelketen doorgerekend op impact – zo weten we precies hoeveel we winnen aan CO₂-reductie door niets te verspillen. Die focus op meten en transparant zijn over resultaten inspireert mij enorm, omdat het laat zien dat duurzaamheid steeds concreter en zakelijker wordt aangepakt.

Een andere trend die me aanspreekt is de toenemende samenwerking in de keten. Ik zie dat partijen die voorheen los van elkaar opereerden, nu veel meer de handen ineenslaan. Boeren, producenten, retailers, consumentenorganisaties – iedereen realiseert zich dat je elkaar nodig hebt om echt te veranderen. Er ontstaan mooie samenwerkingen: van grote voedselbedrijven die startups omarmen om duurzamer te worden, tot lokale coalities (zoals ons Valueship-initiatief met een coöperatie en een cateraar) waarbij iedereen in de keten samenwerkt om verspilling aan te pakken en meer waarde lokaal te houden. Die mentaliteitsverandering – niet alleen concurreren, maar samenwerken aan gedeelde doelen – werkt aanstekelijk. Het laat zien dat de voedseltransitie iets is wat we gezamenlijk doen, en dat inspireert mij om nog meer verbindingen te zoeken.

Ten slotte put ik veel inspiratie uit de veranderende consumententrends op het gebied van duurzame voeding. De belangstelling voor plantaardige, gezonde en eerlijk geproduceerde voeding is de laatste jaren explosief gegroeid. Mensen lezen etiketten, stellen vragen en maken bewuste keuzes in de supermarkt. Die kritische houding van consumenten vind ik geweldig, want het zet grote spelers onder druk om te verduurzamen en het geeft pioniers zoals Yespers de wind in de zeilen. Wanneer ik zie dat vooral jonge generaties echt geven om zaken als klimaat, dierenwelzijn en fair trade, dan weet ik zeker dat we de goede kant op gaan. Al deze trends – van circulariteit en true pricing tot ketensamenwerking en bewust consumentengedrag – laten zien dat de voedselketen in beweging is naar een duurzamer model. Dat motiveert mij elke dag om met Yespers te blijven pionieren, omdat we onderdeel zijn van een veel grotere golf van positieve verandering.